Introductie
Parenteel Gabriel Kersten & Geritje Huben
De naam van stamvader Gabriel Kersten (Christianus) wordt in de schepenprotocollen als belendend genoemd te Vierlingsbeek in 1670, 1672, 1676 en 1684.
In 1677 treffen we de achternaam “van den Burggraaf” voor het eerst aan aan bij zijn kinderen Metgen en Clara in het doopboek van Vierlingsbeek. Dit maakt het waarschijnlijk dat hij huis en hofstede “de Burggraaf” heeft bewoond in deze periode.
De “Burggraaf” is verder bekend als een toponiem en is vermeld, in 1684, bij de erfdeling van Peter Dercx en Gerritje Jans wanneer is sprake van een “hofsteij met het huis aan de Borghgraeff”.
Ook in 1700 lezen we over: “huis en hofstad op den Burggraeff onder Vierlingsbeek 3 mergen groot gelegen aan de Burggraefschen Weg en de Hoogen Weg tegenover de Geerhoek”.
Vermoedelijk bewonen Gabriels kinderen de hoeve na zijn overlijden in 1689. Dochter Jenneke gehuwd met Jan Daams verkrijgt in 1703 en 1712 meer delen van “de Burggraaf”.
Hun dochter Elisabeth Daams laat de hof “Den Borggraeff” verkopen in 1767 voor 1121 Caroli gulden. Daarmee verdwijnt de woning uit het bezit van de nazaten.
De laatste naamdragers “van den Burggraaf” in Vierlingsbeek zijn de broers Godefridus (Geurt) en Gerardus die resp in 1790 en 1791 overlijden zonder nageslacht.
Andere familieleden zijn dan al vertrokken uit de streek via Rotterdam naar Breda, Leiden en Den Haag.
De laatste “van den Burggraaff” was Paulus Johannes die overleden is in Rotterdam in 1878.
De reeks omvat 6 generaties met 21 gezinnen en 85 nakomelingen; totaal 128 personen.
Bijzondere spellingen (en verschrijvingen): Beurchrave, Buerghraeve etc
Inhoud