Met Adriaen Heyndricksz (geb circa 1525) begint een genealogie met Burggraaf’en afkomstig uit Lakerveld (Lexmond).
Dit portret van Willem Burggraaff uit 1633 wordt, niet onomstotelijk, toegeschreven aan Rembrandt van Rijn.
De naam Coppet (Copet/Koppet) wordt voor het eerst gebruikt in 1686 gebruikt in de stamreeks van Jan Matijsse bij het huwelijk (in Rotterdam) van Matthijs Janse Coppet en Magdalena Jans van Oosten.
In de 16e en 17e eeuw treffen we in Leiden vele immigranten aan. Een bijzondere stroom vormen de vluchtelingen uit Vlaanderen vanwege de reformatie en/of de rampzalige economische situatie daar.
Op 14 februari 1601 is Daniel de Burchgrave (Hyperius), 22 jaar ingeschreven in Leiden "Album Studiosiorum", theologus.
De parenteel van Jan Sibrandsz, waarbinnen veruit de meeste naamdragers “Burggraaf en Burggraaff” vallen, is met 4400 personen in meer dan 1000 gezinnen verdeeld over 23 generaties, bijzonder groot geworden. Daarom is de reeks opgesplitst.
Afgesplitst zijn 6 stamvaders met veel nakomelingen
- Arij Cornelis (1725-1793) gehuwd met Anna Ramp, zij gaan wonen in Koudekerk (aan den Rijn) (C)
- Teunis (1732-1809) gehuwd met Marijgje Bouw, zij blijven in de Alblasserwaard (D)
- Jan (1750-1812) gehuwd met Elsje Samsom (E)
- Jacob (1752-1809) gehuwd met Marretje Zaal (F)
- Arie (1756-1824) gehuwd met Ariaantje Griffioen (G)
- Aart (1761-1826) gehuwd met Marrigje de Waaier (H)
Jan, Jacob, Arie en Aart zijn broers en groeien op in Zegveld. Vader Philippus (1713-1808) is de oudere half-broer van Teunis (1732-1809). Hij vestigt zich, via een kort verblijf te Waarder, in Zegveld. In deze streek komt nog steeds het grootste aantal Burggraaf-en voor.
De resterende reeks is opgedeeld in twee stukken.
- De oudste acht generaties, vanaf Jan Sibrandsz (A) verblijven te Ameide en Tienhoven.
- Vanaf Bernard Jansz (B) komt de toenaam Burggraaf in gebruik, gerelateerd aan “de Burggraaf” nabij Meerkerk.